Hoewel verkeersveilig gedrag door 50 tot 70 procent van de weggebruikers in Zuid-Holland belangrijk wordt gevonden, houdt men zich daar in de praktijk vaak niet aan. Dat blijkt uit het Periodiek Regionaal Onderzoek Verkeersveiligheid.
Zo geven weggebruikers zelf aan dat ze in het afgelopen jaar minstens 1 of 2 maal hun mobiel gebruikten tijdens verkeersdeelname (36 procent), onder invloed van alcohol hebben gereden (24 procent), te hard hebben gereden (21 procent) of vermoeid waren terwijl ze deelnamen aan het verkeer (19 procent). Het meest onveilige gedrag komt vooral voor bij 18- tot en met 24-jarigen. Onderschatting van het gevaar speelt hierbij vaak een rol. Naarmate men ouder wordt, neemt dit gevaarlijke gedrag af.
De uitkomsten komen uit het periodiek onderzoek dat in opdracht van het Regionaal Ondersteuningsbureau (ROV) Zuid-Holland is uitgevoerd onder 4.540 volwassenen en 316 jongeren (12 t/m 17 jaar). Het onderzoek heeft als doel om de ontwikkeling in kaart te brengen van het - zelf gerapporteerde - verkeersgedrag in Zuid-Holland.
Weggebruikers die zich onveilig gedragen, vinden dit gedrag vaker aanvaardbaar. Zij bagatelliseren hun eigen gedrag door aan te geven dat ze dit onveilige gedrag ook zien in hun omgeving bij voor hen belangrijke mensen. Ook schatten zij het risico van dit gedrag lager in dan het werkelijk is.